Al enige tijd was ik op zoek naar heel dun lacegaren. Ik had mijn zinnen gezet op garen met een looplengte van 1250 m per 100 g. Ik houd van heel fijn handwerk en dat leek mij helemaal het einde.
Pfff. Dat was het ook. Het einde van een illusie. Kijk, dit kocht ik tijdens mijn vakantie in Italië.
Het roze garen had ik bedacht voor het breien van de Mystery#28 KAL. Heel verstandig breide ik eerst een proeflapje en besliste dat ik het zou breien op pennen 3,5. Eenmaal bezig bleek dat niet zo prettig te werken.
Het probleem bleek namelijk dat het garen zo dun is dat bij de teruggaande naald de omslagen niet te onderschieden waren van de steken. Na de zoveelste fout heb ik het uitgetrokken en ben opnieuw begonnen op pennen 2,5. Dit ging beter, voor zo lang als het duurde. Zelfs de lifeline kon de zaak niet meer redden toen ik weer een fout maakte. Ik kreeg de steken gewoon niet meer goed terug op de naald.
Ik was het gepier helemaal zat en pakte een mooi handgeverfd sokkenwolletje wat ik bij haar kocht.
Wat een verschil! Na het superdunne lacegaren leek het wel of ik met touw aan het breien was! Maar het resultaat vond ik wel mooi dus ik belsoot om door te gaan.
Kijk eens wat een verschil, beiden bevatten exact even veel toeren.
Het gaat dus geen ragfijne laceshawl worden zoals gepland, maar een lekkere warme gebruiksshawl.
In het lacegaren moet ik mijn meerdere erkennen. Althans voorlopig dan. Want die drie mooie bollen hang ik niet zomaar aan de wilgen, die gaan in de herkansing! Op 1 september begint de Fall Mystery Shawl. Dan waag ik een nieuwe poging op pennen 2. Tot die tijd vermaak ik mij met de Mystery#28.
Karin
Geen opmerkingen:
Een reactie posten